Memento
Woordfestival 2022
Voor het Memento Woordfestival 2022 met als thema 'Thuiskomen' schreef Alice de tekst 'Barst'. De festivaleditie werd gecureerd door Letterzetter Anneleen Van Offel.
Barst
Zomerwende
Hun levens pasten in elkaar zoals de handdruk van twee oude vrienden. De vader en zijn zoon leefden op het diepste punt van een dal, in een klein huis, in elkaar getimmerd met hout van de dennen aan de overkant van de rivier. Elke stand van de zon, elk verglijden van de seizoenen hadden ze zeventien jaar lang samen meegemaakt. De vader was een geharde man, gevormd door de onontkoombare natuur die hun huis omringde. Hun levens pasten dan wel in elkaar, hij hield niet van zijn zoon, daar was geen ruimte voor.
Herfstpunt
Toen de dagen kortten, hadden ze hout gesprokkeld. Soms kwam de zoon pas na zonsondergang thuis, met de zwaarste takken die hij kon dragen. Dan was hij tot diep in de nacht in de weer met het snijden van houtduifveren voor hun pijlen. Regelmatig waren ze voor het zonlicht opgestaan en op jacht vertrokken, hun buidels gevuld met proviand en nieuwe pijlpunten. De zoon controleerde de strikken, de vader schoot de pijlen. De zoon vilde de konijnen, de vader verwijderde hun ingewanden. Toen er nog maar een kwart van hun proviand overbleef, keerden ze terug naar het diepste punt van het dal. ’s Avonds naaide de zoon de pelzen van de konijnen in hun laarzen, de dikste hield hij apart voor zijn vader. ’s Nachts staarde hij naar diens slapende silhouet.
Winterwende
Op een ochtend, terwijl de wind zich opdrong aan de voordeur en de kolen van de avond ervoor nog amper warmte afgaven, stond de vader op. Het bed van de zoon was leeg. Toen hij die avond niet terug was, vulde de vader een buidel proviand en ging op zoek. Dagen liep hij rond en riep zijn naam. Op de tiende dag was zijn buidel leeg. Op de elfde dag dronk hij de laatste druppel van zijn waterfles. Op de twaalfde dag keerde hij terug naar het diepste punt van het dal. Die avond staarde hij naar het lege bed aan de overkant van de kamer en probeerde zich het silhouet van zijn zoon voor de geest te halen.
Lentepunt
De vader werd ziek. Zijn geest en lichaam vertoonden barsten, waarlangs de natuur naar binnen sijpelde. Hij vertelde zichzelf dat hij gauw weer op been zou zijn. Als de nacht viel, praatte hij luidop. Hij wou de ruimte vullen, de nauwste spleten volgieten met klanken. Hoe ze zich uit de spleten terugtrokken en naar zijn mond leken te snellen, joeg hem schrik aan. Naarmate de dagen vorderden, vroeg hij zich steeds vaker af of hij ooit een zoon had gehad. Het tweede bed in de kamer leek onbeslapen en hij kon zich niet herinneren dat er ooit iemand had in gelegen.
Zomerwende
Met de zon op haar hoogste punt boven het dal, sloot de vader zijn ogen. Net voor hij insliep, bedacht hij dat hij graag een zoon had gehad. Een zoon met wie hij samen kon gejaagd hebben, een man, even gehard als hij.
© Alice Boudry